De witte klokkentoren

De witte klokkentoren,
als eeuwenoude wacht,
laat zijnen dreungalm horen:
het is ’t uur van middernacht.

Tot wijd en zijd in ’t ronde
doet hij alom verstaan:
er is met deze stonde,
alweer een dag vergaan.

Zo gaat zich ’t leven spoeden,
straks is zijn taak volbracht.
Want voor dat wij ’t vermoeden,
komt onze stervensnacht.

Maar ’t licht rijst uit de morgen
voor wie op Jezus wacht!
Want in Zijn licht geborgen
wordt het nimmer, nimmer nacht!
.

.

Langs het kruis

.
Een venster, open naar het leven,
mijn kamer heeft, hoe klein, een raam;
de toekomst is niet afgeschreven,
maar lacht mij toe in Christus’ naam
en al wie door dit venster ziet
gelooft zijn eigen twijfel niet.
 
Al zie ik soms geen hand voor ogen,
geen zon, geen maan, geen hoge ster,
al denk ik soms: het is gelogen,
die God-nabij is mij te ver,
toch staar ik op geen muur mij blind –
één venster opent Hij: zijn kind.
 
Al zwerf ik over vele wegen,
al kom ik in het donker thuis,
al zijn de ruiten nat van regen,
door dit raam zie ik, langs het kruis,
voorbij de heuvel Golgotha,
een land van licht – halleluja!
 
André F. Troost
 
Deze dichtregels én het schilderij zijn afkomstig uit een gezamenlijke publicatie van kunstenaar Henk Helmantel en dichter André Troost, ‘Licht dat leven doet’.
.
.
.

Snoeiwerk

Met beleid snoeit hij de bomen,
tak na tak valt in het gras
en ik durf hem niet te vragen
of zoveel wel nodig was!
Want hij heeft verstand van snoeien
en hij weet wel wat hij doet.
Wil die boom weer vrucht gaan dragen
dan is al dat snoeien goed!

En toen dacht ik aan de Landman,
Die steeds uitziet, onvermoeid
wacht, tot wij weer vruchten dragen,
als het nodig is, ook snoeit.
En als wij soms niets begrijpen
van het snoeiwerk door Zijn hand,
zegt Hij ons: ‘Ach kind, jouw Vader,
heeft van snoeien echt verstand.

Laat Mij met het snoeimes werken,
want Ik doe het heus wel goed.
Later zul je dankbaar merken,
dat je vruchten dragen moet!’
Dank U, HEER’, voor al het snoeien
in mijn leven, ’t deed wel pijn!
Maar nu mag ik, dankzij ’t snoeien,
drager van Uw vruchten zijn!

 

© tekst: Nellie Teekens-Krijsman
Uit: ‘De vrijheid tegemoet…’ uitgeverij: Den Hertog – Houten ISBN 90 331 1743 6

Dit gedicht kan gezongen worden op de wijs van: ‘Wat de toekomst brengen moge’